Subsidies
Hoe wordt subsidie voor flexibele opvang bepaald als geen prestaties meer moeten worden doorgegeven?
Voor de flexibele opvang gaat het enkel over de flexibele urenpakketten en de subsidie voor flexibele groepsopvang. De subsidies voor deze zaken zijn forfaitair, en dus niet afhankelijk van de prestaties.
Kind & Gezin heeft de prestaties dus niet nodig om de subsidie te berekenen. De bezetting daarvan moet wel worden genoteerd en bijgehouden en kan via steekproef worden gecontroleerd. Als uit de controle achteraf blijkt dat men toch niet voldoet aan de voorwaarden, kan handhaving gestart worden.
Berekeningswijze basissubsidie: Wat betekent "de geschrapte voorwaarde blijft wel een subsidievoorwaarde"?
Tot nu toe was deze voorwaarde een rekenregel.
Bijvoorbeeld: als je 20 plaatsen hebt en je ving per jaar maar 18 verschillende kinderen op, dan kreeg je maar 18/20sten van de basissubsidie. De meesten voldoen echter aan deze voorwaarde en het is blijkbaar een administratieve last voor iedereen om dit door te geven. Daarom wordt de automatische verrekening geschrapt, maar het blijft wel een subsidievoorwaarde.
Met andere woorden: als je 20 plaatsen hebt, moet je op jaarbasis 20 verschillende kinderen blijven opvangen. Nu zal de subsidie gewoon uitbetaald worden, maar als uit de steekproefcontroles blijkt dat men niet voldoet, zal hier het proces handhaving starten.
Als je een opvanginitiatief overneemt met subsidies, mag dit dan op een andere locatie in dezelfde gemeente of moet dit op exact dezelfde locatie zijn, om de subsidies mee te kunnen overnemen?
In het procedurebesluit staat, onder artikel 90 2°, duidelijk dat subsidies kunnen worden overgenomen op voorwaarde dat het gaat om dezelfde kinderopvanglocatie.
Subsidieerbare plaatsen kunnen echter steeds worden verhuisd binnen dezelfde gemeente (groepsopvang) of zorggebied (gezinsopvang) en zelfs naar aangrenzende gemeenten (zie artikel 88, 3°).
Inclusieve kinderopvang:
Voor opvanginitiatieven met structurele plaatsen: ze ontvangen 2891.49 euro per gesubsidieerde opvangplaats per kalenderjaar. Hierbij staat vermeld dat deze subsidie kan aangevuld worden met de subsidie voor individuele inclusieve kinderopvang.
In welke gevallen ontvang je deze aanvulling?
Voor centra inclusieve kinderopvang staat vermeld dat ze jaarlijks een subsidie ontvangen van 32845 euro en dat deze ook kan aangevuld worden met de subsidie voor individuele inclusieve kinderopvang.
Wanneer krijg je deze aanvulling nog?
Is dat wanneer je boven de 750 prestaties per jaar zit? Krijg je dan per prestatie daarboven nog 9.54 euro?
Men ontvangt de aanvulling voor alle kinderen aan wie de subsidie structurele inclusieve opvang werd toegekend.
Wie structurele plaatsen heeft wordt geacht om voor elk kind met specifieke zorgbehoeften een aanvraag voor subsidie individuele inclusieve opvang in te dienen. In de periode 2008 tot 1/4/2014 was dat niet nodig en moest men alleen het aantal prestaties doorgeven, op basis daarvan werd er dan berekend of men de vereiste minimumbezetting haalde.
Met ingang van 1/4/2014 moet men dus wel weer een aanvraag indienen en als deze goedgekeurd wordt dan krijgt men voor dit kind een dagvergoeding van net geen 10 euro per dag dat het wordt opgevangen.
Voor centra inclusieve kinderopvang:
Idem als hierboven – is van toepassing voor elk kind waarvoor een subsidieaanvraag werd ingediend en toegekend.
Van toepassing vanaf de eerste prestatie en er staat geen maximum op.
Wie 100 prestaties doet krijgt 945 euro en wie 1000 opvangprestaties realiseert krijgt 9450 euro.
De 750 prestaties is natuurlijk wel een voorwaarde voor subsidie als Centrum Inclusieve Kinderopvang.
Zijn er regels over welke kinderen je mag inschrijven in de niet-gesubsidieerde plaats, als je een mix hebt van plaatsen volgens inkomenstarief en plaatsen zonder subsidies?
Je hebt bv subsidie voor 18 plaatsen en vergunning voor 5 extra plaatsen.
Mag je zelf zeggen dat die 5 extra kinderen diegene zijn met het hoogste inkomenstarief?
Nee, je mag dat niet zelf kiezen. Het heeft ook geen zin gezien de berekeningswijze van het saldo.
De organisator geeft enkel de bezetting door van die 18 plaatsen, deze worden herleid en zij of hij krijgt een subsidie voor maximaal 120% van die prestaties. Hier wordt een deel van alle ouderbijdragen afgetrokken, namelijk enkel dat deel vermenigvuldigd met een breuk (maximaal aantal herleide prestaties/ effectief aantal herleide prestaties).
Je vindt hierover alle details in de brochure 'saldo groepsopvang' .
Op vrijdag komen bijna alle ouders hun kindjes vroeger ophalen.
Mag ik dan ook vroeger sluiten (IKT-subsidie)?
Mag ik vroeger sluiten op een dag vóór een feestdag (bv kerstavond)?
Je mag vroeger sluiten indien alle kinderen naar huis zijn, maar je moet het aanbod van 220 openingsdagen met 11u aansluitend open zijn, wel doen aan je ouders!
In het Subsidiebesluit staat in artikel 14 : de organisator zorgt voor minstens 220 openingsdagen per volledig kalenderjaar. In artikel 20 staat: de organisator zorgt ervoor dat er op de minimale openingsdagen, vermeld in artikel 14, een ononderbroken openingsduur is van minstens elf uur tussen 6 en 20 uur. Dit betekent dus dat er voor minstens 220 openingsdagen een ononderbroken openingsduur moet zijn van minstens elf uur.
Als je vergunde capaciteit hoger is dan je gesubsidieerde plaatsen, welke prijs mag je dan vragen voor deze extra (niet gesubsidieerde) plaatsen.
Voor deze extra plaatsen moet je ook het inkomenstarief vragen zonder dat je hiervoor subsidies krijgt.
De huidige regelgeving laat toe om tot 120% bezetting op IKT plaatsen te gaan.
Tot 20% boven de gesubsidieerde capaciteit kunnen dus ook niet gesubsidieerde (maar vergunde) plaatsen toch mee worden gesubsidieerd. Wat hierbij echter niet kan, is dat de organisator zelf beslist welke ouderbijdragen zij of hij houdt en welke niet. Nu verrekent Kind & Gezin de ouderbijdragen verhoudingsgewijs.
De rijkste ouders op de niet gesubsidieerde plaatsen zetten, heeft dus geen zin.